We rijden door een dor ietwat dreigend landschap. Dorpjes liggen kilometers ver uit elkaar verspreid. Weinig volk op de weg, weinig volk buiten. Hier en daar een oud vrouwtje. Het lijkt me hier achterdochtig. Ik vraag me af hoe je hier je boterham moet verdienen.
Het dorp Pepieux is stil, de straat naar onze chambre d'hôtes mogelijks nog stiller. Ze loopt dood op een wijngaard. De laatste woning is waar we moeten zijn. We komen aan het wit hekje, de stilte wordt verbroken door twee agressief blaffende honden. 'Un instant, n'ayez pas peur!' Aline Marcos, onze gastvrouw steekt de lawaaimakers binnen. Haar man in witte schort, met verspreide bloedvlekken komt ons tegemoet. Ik zie Eulalie ineenkrimpen. We lijken in een tweedrangsthriller beland. De chambre d'hôtes heeft vers vlees in de kuip. Haar man blijkt slager, een kleine zelfstandige in het land van de Katharen.
Later aan de ontbijttafel tijdens een lang, bij momenten zeer emotioneel, gesprek met onze gastvrouw zal mijn gevoel juist blijken. Het is hier moeilijk leven. De mensen zijn hier achterdochtig en op hun hoede. Ze houden niet van buitenstaanders. Ze vinden het bijvoorbeeld heel vreemd dat mevrouw Marcos hier toeristen ontvangt. Wildvreemden in je huis stel je voor. Je krijgt hier een heel ander beeld van de Fransen. Ze zijn zeer hard voor elkaar. Ook zeer hard eens je je politieke kleur bekend, anderzijds kan het blijkbaar niet anders je moet je tot een clan, la gauche of la droite (be)keren om iets gedaan te krijgen. Volgens haar is la gauche rechtser dan la droite die zelf linkser is dan la gauche. Ze heeft al wat meegemaakt en heeft al heel wat moeten opgeven. Maar je moet je leven zelf in handen nemen vindt ze, je moet niet op anderen wachten op je te helpen.
België komt natuurlijk ook aan bod. Ze heeft al Walen en Vlamingen ontvangen. We hebben beiden dezelfde bekommernissen en bezorgdheden, volgens haar. Het ligt allemaal niet zo ver uiteen. Alleen de Brusselaars, daar heeft ze het niet voor. Ze wordt zeer emotioneel. Ze zijn zo hautain mijnheer.
Ze heeft haar huis een beetje aangepast om een chambre d'hôtes uit te baten. Twee kamers en een badkamer staan tot je beschikking, volledig gescheiden van de rest van het huis. Het ontbijt en eventueel een avondmaal neem je aan hun eettafel, in de woonruimte met open keuken. Ze is graag in de keuken bezig en, moet ik het nog zeggen, babbelt graag.
De tweede dag, Aline moest weg, wordt het ontbijt verzorgt door de buurvrouw. Zij is iets minder spraakzaam. We komen toch te weten dat ze niet van hier is. Als ze hoort dat wij uit Vlaanderen komen zegt ze trots dat ze uit Noord-Frankrijk komt, van naby calais. Ze mogen zeggen wat ze willen, het is hier inderdaad warm, maar onze stranden zijn toch mooier.
De kamers bereik je via de terrasramen die uitgeven op de tuin.
Het zwembad waar Aline van sprak, waar ze de cigales van een verdrinkingsdood redt, ontdekken we pas als we terug vertrekken. Het ligt aan de andere zijde van onze vleugel. We zijn hier amper ook op klaarlichte dag geweest. Onze gastvrouw zei het ook, "je vous ai vu rentrer, monsieur ne marchais plus tres droit."
De kamers en het sanitair zijn misschien wat gedateerd, maar ruim, alles is er, en de prijs valt heel goed mee.
Bovendien hoeven wij hier niks te betalen, we zijn uitgenodigd. Het persoonlijk kontakt maakt het iets mindere comfort meer dan goed, in vergelijking met een onpersoonlijk hotel.
De inrichting vertelt ook wat over de uitbaters. De kinderen vinden het bruine sanitair niet direct het meest smaakvol. Het is wel een heel grote lavabo. Esmoreit maakte al kennis met de automatische luchtverfrisser in de badkamer. Een doos die op geregelde tijdstippen begint te grommen, als je dan iets dichter kijkt, word je getrakteerd op de zwoelste geuren.
We vragen ons af wat er zich achter het rolluik in de gang afspeelt. De verbeelding slaat weer op hol.
We trekken de luiken dicht, en zetten de ramen open, het is hier zeer warm. De luiken houden de insecten niet tegen, de lakens ook niet. Ik mag op Eulalie haar kamer eerst op jacht gaan, voor ze er nog een voet binnen zet. 's Morgens ontdek ik in ons bed wat er de ganse nacht kriebelde. Het was zwart en niet op drie slagen dood.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten